Raket naar de maan
Een halve eeuw voor Kuifje wandelde Georges Méliès al op de getekende maan. Hij stapte daarmee in de voetsporen van Jules Verne en H.G. Wells. De grondleggers van de sciencefiction verkenden de maan in ‘De La Terre A La Lune’ (1865) en ‘First Men In The Moon’ (1901). Filmpionier Georges Méliès baseerde zich losjes op deze romans om het script te schrijven van zijn meesterwerk ‘Voyage Dans la Lune’ uit 1902. Wie kent er niet het beeld van de maan met een raket in haar oog? Zoals het in de beginjaren van de cinema gebruikelijk was, regisseerde hij niet alleen, maar bouwde hij eigenhandig het decor, filmde en acteerde hij.
Filmmagiër
Georges Méliès (8/12/1861 – 21/1/1938) werd naar eigen zeggen door het cinemavirus gegrepen toen hij op 28 december 1895 in Parijs de eerste voorstelling van de “cinematograaf” door de gebroeders Lumière bijwoonde. Méliès bouwde in Montreuil de eerste filmstudio van Europa Het werd een glazen gebouw om zoveel mogelijk van het daglicht te kunnen profiteren. Zonder daglicht lag het werk stil: elektrische verlichting bestond immers nog niet!
De Franse regisseur was als goochelaar opgeleid en was thuis in het theater. Die kennis bracht hij dan ook naar de cinema. Zijn films zijn poëtische verhalen, vol avontuur en escapisme. Alles is heel theatraal. De camera staat vast en filmt wat er zich op het podium afspeelt. Het verhaal bestaat uit tableaux-vivants. Op het einde van enkele films, buigen de acteurs bij wijze van groet naar het publiek, precies zoals ze gewend waren in een theaterstuk.
Georges Méliès creëerde bovendien de eerste speciale effecten. In ‘Escamotage D’Une Dame Au Théâtre Robert Houdin’ (De verdwijning van een dame. Robert Houdin was de naam van het theater dat Méliès gekocht had) verandert een vrouw in een skelet. Hij was niet voor niets goochelaar.
Maar liefst vijfhonderd films zou hij maken. De wereld evolueerde echter en de smaak van het publiek veranderde. De kijkers vroegen actie en wilden reële beelden. De western verschee en gefilmde journaals becommentarieerden de gebeurtenissen in binnen- en buitenland. Méliès toonde met ‘A La Conquête Du Pôle’ nog een «extraordinaire» ontdekkingsreis naar de Noordpool. Op hetzelfde ogenblik gaf het gefilmde journaal beelden van poolreizigers van vlees en bloed die door het ijs trokken.
Een halve eeuw voor Kuifje wandelde Georges Méliès al op de getekende maan. Hij stapte daarmee in de voetsporen van Jules Verne en H.G. Wells. De grondleggers van de sciencefiction verkenden de maan in ‘De La Terre A La Lune’ (1865) en ‘First Men In The Moon’ (1901). Filmpionier Georges Méliès baseerde zich losjes op deze romans om het script te schrijven van zijn meesterwerk ‘Voyage Dans la Lune’ uit 1902. Wie kent er niet het beeld van de maan met een raket in haar oog? Zoals het in de beginjaren van de cinema gebruikelijk was, regisseerde hij niet alleen, maar bouwde hij eigenhandig het decor, filmde en acteerde hij.
Filmmagiër
Georges Méliès (8/12/1861 – 21/1/1938) werd naar eigen zeggen door het cinemavirus gegrepen toen hij op 28 december 1895 in Parijs de eerste voorstelling van de “cinematograaf” door de gebroeders Lumière bijwoonde. Méliès bouwde in Montreuil de eerste filmstudio van Europa Het werd een glazen gebouw om zoveel mogelijk van het daglicht te kunnen profiteren. Zonder daglicht lag het werk stil: elektrische verlichting bestond immers nog niet!
De Franse regisseur was als goochelaar opgeleid en was thuis in het theater. Die kennis bracht hij dan ook naar de cinema. Zijn films zijn poëtische verhalen, vol avontuur en escapisme. Alles is heel theatraal. De camera staat vast en filmt wat er zich op het podium afspeelt. Het verhaal bestaat uit tableaux-vivants. Op het einde van enkele films, buigen de acteurs bij wijze van groet naar het publiek, precies zoals ze gewend waren in een theaterstuk.
Georges Méliès creëerde bovendien de eerste speciale effecten. In ‘Escamotage D’Une Dame Au Théâtre Robert Houdin’ (De verdwijning van een dame. Robert Houdin was de naam van het theater dat Méliès gekocht had) verandert een vrouw in een skelet. Hij was niet voor niets goochelaar.
Maar liefst vijfhonderd films zou hij maken. De wereld evolueerde echter en de smaak van het publiek veranderde. De kijkers vroegen actie en wilden reële beelden. De western verschee en gefilmde journaals becommentarieerden de gebeurtenissen in binnen- en buitenland. Méliès toonde met ‘A La Conquête Du Pôle’ nog een «extraordinaire» ontdekkingsreis naar de Noordpool. Op hetzelfde ogenblik gaf het gefilmde journaal beelden van poolreizigers van vlees en bloed die door het ijs trokken.
In 1914 ging zijn theater bankroet. Dan kwam de oorlog en daarna hield Méliès het filmen voor bekeken. Hij sloot zijn glazen studio in Montreuil en verbrandde alle pellicule. Vervolgens opende hij een speelgoedwinkel. Wie ‘Hugo’, Martin Scorsese’s ode aan de Franse regisseur, gezien heeft, kent dit verhaal.
Herontdekking
Georges Méliès geraakte langzaam in de vergetelheid. Enkel filmhistorici en sciencefictionfans met interesse voor de eerste sf-films kenden hem nog. Zijn films, of fragmenten ervan, werden slechts sporadisch vertoond. Vorig jaar kregen de bezoekers van ‘J.J. Grandville’ in het Félicien Rops museum in Namen (over de eveneens vergeten graficus J.J. Grandville) enkele films van Georges Méliès te zien.
Tien jaar geleden ontdekte het Filmmuseum van Barcelona in zijn archief een versie van ‘Voyage Dans La Lune’. De film was zowaar in kleur. Dat gebeurde in Méliès’ tijd met de hand. Een legertje vrouwen kleurde beeld per beeld. De zwaar beschadigde rol kwam in handen van het Parijse Cinémathèque. De film werd gerestaureerd. Nu trekt de film opnieuw de wereld rond, voorafgegaan door een leerrijke documentaire van Serge Bromberg en Eric Lange. De documentaire ‘Le Voyage Extraordinaire’ belicht Georges Méliès’ leven en de minutieuze restauratie van de film dankzij moderne digitale technieken. Georges Méliès komt zelf even aan het woord wanneer hij vertelt hoe hij ‘per ongeluk’ de eerste trucage uitvond. Terwijl hij een kar filmde, blokkeerde de camera even. Later zag Méliès tot zijn verbazing hoe de kar plots in een lijkwagen was veranderd!
Première
Dinsdag 17 april vond de Belgische première plaats in het Paleis voor Schone Kunsten. Eric Lange en Pauline, de achterachterkleindochter (als ik het correct onthouden heb) van Méliès stelden de film voor. Eerst werd de documentaire getoond, daarna de gerestaureerde film. Twintig minuten én dus in kleur én met soundtrack van de Franse elektrogroep Air. Ondertussen worden documentaire en film in Gent, Brussel en volgende week in Leuven op het festival van de documentairefilm Docville geprogrammeerd.
Gouden Méliès
De Europese Federatie van Festivals van de Fantastische Film, waarbij ook het BIFFF is aangesloten, reikt jaarlijks een prijs uit voor de beste fantastische Europese film. Een betere naam dan de Gouden Méliès kon men natuurlijk niet kiezen.
Herontdekking
Georges Méliès geraakte langzaam in de vergetelheid. Enkel filmhistorici en sciencefictionfans met interesse voor de eerste sf-films kenden hem nog. Zijn films, of fragmenten ervan, werden slechts sporadisch vertoond. Vorig jaar kregen de bezoekers van ‘J.J. Grandville’ in het Félicien Rops museum in Namen (over de eveneens vergeten graficus J.J. Grandville) enkele films van Georges Méliès te zien.
Tien jaar geleden ontdekte het Filmmuseum van Barcelona in zijn archief een versie van ‘Voyage Dans La Lune’. De film was zowaar in kleur. Dat gebeurde in Méliès’ tijd met de hand. Een legertje vrouwen kleurde beeld per beeld. De zwaar beschadigde rol kwam in handen van het Parijse Cinémathèque. De film werd gerestaureerd. Nu trekt de film opnieuw de wereld rond, voorafgegaan door een leerrijke documentaire van Serge Bromberg en Eric Lange. De documentaire ‘Le Voyage Extraordinaire’ belicht Georges Méliès’ leven en de minutieuze restauratie van de film dankzij moderne digitale technieken. Georges Méliès komt zelf even aan het woord wanneer hij vertelt hoe hij ‘per ongeluk’ de eerste trucage uitvond. Terwijl hij een kar filmde, blokkeerde de camera even. Later zag Méliès tot zijn verbazing hoe de kar plots in een lijkwagen was veranderd!
Première
Dinsdag 17 april vond de Belgische première plaats in het Paleis voor Schone Kunsten. Eric Lange en Pauline, de achterachterkleindochter (als ik het correct onthouden heb) van Méliès stelden de film voor. Eerst werd de documentaire getoond, daarna de gerestaureerde film. Twintig minuten én dus in kleur én met soundtrack van de Franse elektrogroep Air. Ondertussen worden documentaire en film in Gent, Brussel en volgende week in Leuven op het festival van de documentairefilm Docville geprogrammeerd.
Gouden Méliès
De Europese Federatie van Festivals van de Fantastische Film, waarbij ook het BIFFF is aangesloten, reikt jaarlijks een prijs uit voor de beste fantastische Europese film. Een betere naam dan de Gouden Méliès kon men natuurlijk niet kiezen.