Grote tentoonstelling over sciencefiction
Mijn verwachtingen waren hoog gespannen, toen ik ontdekte dat het ‘Cité des Sciences et de l’Industrie’ in Parijs een tentoonstelling aan sciencefiction wijdde. En ik ben niet in het minst ontgoocheld. Integendeel, ik spendeerde bijna vier uur aan deze bijzonder boeiende tentoonstelling.
Telkens ik in Parijs ben, bezoek ik het ‘Park de la Villette’. Vroeger waren hier de slachthuizen. Nu is het een uitgestrekt park met het muziekmuseum ‘La Cité de Musique’, de concertzaal ‘La Grande Halle’, het IMAX-theater ‘La Géode’ en het wetenschappelijke museum ‘Cité des Sciences et de l’Industrie’. In het ‘Cité de Musique’ zag ik ooit een tentoonstelling over Pink Floyd en in het ‘Cité des Sciences’ loopt een permanente tentoonstelling over wiskunde naast tal van andere tijdelijke en vaste tentoonstellingen. In La Géode zag ik mijn eerste IMAX-films. Ik heb er allemaal goede herinneringen aan. Het zijn steevast sterk onderbouwde, uitgebreide tentoonstellingen of prachtige documentaires waar iedereen wel iets van opsteekt.
Mijn verwachtingen waren hoog gespannen, toen ik ontdekte dat het ‘Cité des Sciences et de l’Industrie’ in Parijs een tentoonstelling aan sciencefiction wijdde. En ik ben niet in het minst ontgoocheld. Integendeel, ik spendeerde bijna vier uur aan deze bijzonder boeiende tentoonstelling.
Telkens ik in Parijs ben, bezoek ik het ‘Park de la Villette’. Vroeger waren hier de slachthuizen. Nu is het een uitgestrekt park met het muziekmuseum ‘La Cité de Musique’, de concertzaal ‘La Grande Halle’, het IMAX-theater ‘La Géode’ en het wetenschappelijke museum ‘Cité des Sciences et de l’Industrie’. In het ‘Cité de Musique’ zag ik ooit een tentoonstelling over Pink Floyd en in het ‘Cité des Sciences’ loopt een permanente tentoonstelling over wiskunde naast tal van andere tijdelijke en vaste tentoonstellingen. In La Géode zag ik mijn eerste IMAX-films. Ik heb er allemaal goede herinneringen aan. Het zijn steevast sterk onderbouwde, uitgebreide tentoonstellingen of prachtige documentaires waar iedereen wel iets van opsteekt.
Wederzijdse beïnvloeding
‘Science Et Fiction: Aventures Croisées’ bestaat uit twaalf ruimtes telkens rond één thema. Een poster leert wat de wetenschappelijk/technische verwezenlijkingen binnen dit domein zijn over de jaren heen. Daarnaast worden de mijlpalen in SF vermeld die gelijkaardige onderwerpen behandelen.
Er is steeds een wisselwerking tussen SF en wetenschappen geweest. Wetenschappelijke vondsten - zoals zwarte gaten - worden door SF-schrijvers opgepikt en gepopulariseerd. Heel wat wetenschappers en technici - zoals de meeste ruimtevaartpioniers - waren SF-lezers. Schrijvers als Isaac Asimov of Arthur C. Clarke waren dan weer zelf wetenschapper. Begrippen als cyberwereld werden door schrijvers bedacht en vonden hun weg naar het woordenboek. Tien jaar geleden startte de ESA een onderzoek: welke ideeën uit SF zouden misschien kunnen gerealiseerd worden?
De fantasie loopt vooruit op de wetenschap. Maar dat wisten wij, SF-liefhebbers, al. Waar de realiteit door de fysica begrensd wordt, vinden schrijvers wel een uitweg al is het maar in hun fantasie. Astronauten kunnen niet sneller dan het licht reizen. SF heeft meerdere trucs bedacht om deze beperking te omzeilen.
Telkens worden ook de belangrijkste romans, films en stripverhalen vermeld. In vitrines ligt een schat aan boeken. Op grote schermen worden fragmenten van films vertoond. Bovendien staan er een massa rekwisieten uit films.
Reizen door ruimte en tijd op verkenning van andere werelden
Bij wijze van inleiding opent de expo met een ‘Rendez-vous op de maan’. Dit wordt een ode aan Jules Verne, de “vader van de sciencefiction”, althans in Frankrijk. Eerder dachten Lucianus van Samosota in het jaar 180 per boot en Cyrano de Bergerac in een warme luchtballon naar de Maan te reizen. In de achttiende eeuw wilde Voltaire een mysterieuze energie gebruiken die de zwaartekracht tegengaat. Dit zijn allemaal protosciencefictionwerken van vóór Jules Verne, H.G. Wells, Hugo Gernsback en Mary Shelley om alle vaders en moeders van SF te vermelden.
‘Science Et Fiction’ behandelt de volgende thema’s:
‘Science Et Fiction: Aventures Croisées’ bestaat uit twaalf ruimtes telkens rond één thema. Een poster leert wat de wetenschappelijk/technische verwezenlijkingen binnen dit domein zijn over de jaren heen. Daarnaast worden de mijlpalen in SF vermeld die gelijkaardige onderwerpen behandelen.
Er is steeds een wisselwerking tussen SF en wetenschappen geweest. Wetenschappelijke vondsten - zoals zwarte gaten - worden door SF-schrijvers opgepikt en gepopulariseerd. Heel wat wetenschappers en technici - zoals de meeste ruimtevaartpioniers - waren SF-lezers. Schrijvers als Isaac Asimov of Arthur C. Clarke waren dan weer zelf wetenschapper. Begrippen als cyberwereld werden door schrijvers bedacht en vonden hun weg naar het woordenboek. Tien jaar geleden startte de ESA een onderzoek: welke ideeën uit SF zouden misschien kunnen gerealiseerd worden?
De fantasie loopt vooruit op de wetenschap. Maar dat wisten wij, SF-liefhebbers, al. Waar de realiteit door de fysica begrensd wordt, vinden schrijvers wel een uitweg al is het maar in hun fantasie. Astronauten kunnen niet sneller dan het licht reizen. SF heeft meerdere trucs bedacht om deze beperking te omzeilen.
Telkens worden ook de belangrijkste romans, films en stripverhalen vermeld. In vitrines ligt een schat aan boeken. Op grote schermen worden fragmenten van films vertoond. Bovendien staan er een massa rekwisieten uit films.
Reizen door ruimte en tijd op verkenning van andere werelden
Bij wijze van inleiding opent de expo met een ‘Rendez-vous op de maan’. Dit wordt een ode aan Jules Verne, de “vader van de sciencefiction”, althans in Frankrijk. Eerder dachten Lucianus van Samosota in het jaar 180 per boot en Cyrano de Bergerac in een warme luchtballon naar de Maan te reizen. In de achttiende eeuw wilde Voltaire een mysterieuze energie gebruiken die de zwaartekracht tegengaat. Dit zijn allemaal protosciencefictionwerken van vóór Jules Verne, H.G. Wells, Hugo Gernsback en Mary Shelley om alle vaders en moeders van SF te vermelden.
‘Science Et Fiction’ behandelt de volgende thema’s:
- Rendez-vous op de Maan
- Ruimetewandelingen
- Verovering van het universum
- Space Opera – de grote saga’s
- Exploratie van de tijd
- Robot: vriend of vijand?
- De stad… een hel
- Utopie of nachtmerrie
- Genetwerkte wereld
- Klonen en mutanten
- Maatschappij in de maalstroom
- ET? (met vraagteken)
SF-bibliotheek
De Bibliothèque Nationale heeft uit haar rijke collectie geput. Er liggen dus heel oude boeken, beginnend met protosfwerken ‘Le Monde Dans La Lune’ van John Wilkins (voor het eerst verschenen in 1638), ‘L’Homme Dans La Lune’ van Francis Godwin (ook voor het eerst uitgegeven in 1638). Bij het ‘Rendez-vous op de Maan’ komen Jules Vernes boeken vanzelfsprekend prominent in beeld. Waar mogelijk toont het museum de Franstalige inbreng: ‘De Apenplaneet’ is op een boek van Pierre Boulle gebaseerd. Er hangen tekeningen van Moebius, H.R. Giger, Hergé, Schuiten en Peeters en vele andere striptekenaars en illustrators. Toch is het helemaal geen Franse tentoonstelling geworden.
Twee leeshoeken vormen een rustpunt. De collectie ‘Folio SF’ van uitgeverij Gallimard bestaat tien jaar en ligt in een boekenkast uitgestald. In deze leeshoeken kan je boeken, manga’s en strips lezen.’ Foundation’ van Isaac Asimov, ‘La Perle Verte’ van Jack Vance en ‘Le Faiseur d’Univers’ van P.J. Farmer, ‘Les Fontaines du Paradis’ van Arthur C. Clarke en ‘La Cybériade’ van Stanislav Lem. jawel alle in Franse vertaling.
Er zijn tientallen covers van Amerikaanse pulpmagazines. Ik leerde dat de jezuïet Athanasius Kircher al in 1656 de eerste reis naar Mars verzon.
Met ‘Napoléon Et La Conquête Du Monde’ verscheen in 1836 de eerste alternatieve geschiedenis. “Wat als Napoleon de Slag van Waterloo had gewonnen”? P.K. Dick deed dit over met ‘The Man In The High Castle’, waarin Duitsland de tweede oorlog gewonnen heeft. De Franse filosoof Charles Renouvier noemt alternatieve geschiedenissen “uchronie”. Lees dit als “utopieën in de tijd” of “een tijd die niet bestaat”. (Hoeveel (niet) Fransen zullen een overwinning van Napoleon als het begin van een utopie beschouwen?)
SF-cinema
De tentoonstelling is gul met filmbeelden. Eén van de eerste fragmenten is de beginsequentie van ‘2001: A Space Odyssey’. Een aap zwiert een been de lucht in. Het been gaat over in een ruimtetuig. Even dacht ik “Dit wordt ‘2001’ verteld in 2 minuten. Ik ga hier alle klassiekers samengevat krijgen.” Maar de landing op Jupiter en het Sterrenkind ontbreken.
Men showt uitgebreid de kleedkamers van de grote reeksen: de kostuums van Captain Kirk, Spock en hun collega’s, van ‘Dune’, van ‘Battlestar Galactica’, ‘The Chronicles Of Riddick’ en vele andere films. In het onderdeel Robots zien we Robby de Robot, R2-D2 en C-3PO, de Terminator, RoboCop, … Bij de ruimtevaartuigen staat een Viper uit ‘Battlestar Galactica’ naast een model van een Marslander.
Het uitbeelden van geloofwaardige buitenaardse wezens vergt veel fantasie. We zien ‘Alien’, ‘ET’, de oeralien van ‘Roswell’ of ‘The X-Files’ en vele andere. Humanoïde en niet-humanoïde, lieftallig, kwaadaardig of buitenaards vreemd, hier staan ze broederlijk naast elkaar.
Enkele vitrines tonen voorwerpen uit ‘Back To The Future’: het kostuum en de gitaar van Marty McFly, de grafsteen van professor Doc Emmett Brown en kranten uit de toekomst.
SF in populaire cultuur
Zelf heb ik sciencefiction ontdekt in boeken (jawel van Jules Verne en H.G. Wells) , tv-reeksen (zoals ‘Orion’ en ‘UFO’) en films (‘Nederland 3’ zond regelmatig klassiekers uit: ‘The Day The Earth Stood Still’, ‘De Apenplaneet’,…) De jongere generatie leest weliswaar minder, maar SF&F duikt vandaag overal op: in speelgoed, in gezelschapsspellen, in games, in kaartspellen,… Waar mogelijk brengt de tentoonstelling populaire cultuur in beeld. Er ligt het bordspel naar ‘Dune’. Modelbouwers knutselen al een halve eeuw maquettes van ruimteschepen ineen. Robotten duiken al twee generaties op in kinderspeelgoed.
De tentoonstelling wordt interactief dankzij enkele computerspellen. In een game om het ruimteveer veilig te doen landen, heb ik voor ettelijke miljarden dollar shuttles doen crashen. Of je kon je eigen talent als robotpsycholoog testen. Eerst werd een overzicht gegeven van de drie wetten van de robotica van Isaac Asimov. Vervolgens werd een situatie geschetst waarover een meerkeuzevraag werd gesteld. Een telepathische robot liegt tegen zijn menselijke gesprekspartner. Hoe kan dat? Antwoord a: de robot functioneert niet goed. Antwoord b: de robot vertelt dat wat hij denkt dat de mens graag wil horen. Antwoord c: de drie wetten leren de robot wat goed en kwaad is, maar niet wat waar en onwaar is. Het eerste antwoord, een foute werking wordt zonder meer uitgesloten! Zonder commentaar. Het derde antwoord is ook niet correct, want wat waar en onwaar is zou “in het elektronische brein” van de robot vast liggen. Rest het tweede antwoord: de wetten eisen dat een robot de mens niet mag kwetsen. Daarom zal een telepathische robot vertellen wat de mens wil horen, ook al is dit niet de waarheid.
Kan dit?
Voor het buitengaan, kan de bezoeker aan een kleine quiz meedoen. De vragen schetsen situaties en dan moet je antwoorden of dit fictie of realiteit is. Alle antwoorden komen in de tentoonstelling aan bod. Samengevat luiden de negen vragen:
Het museum kwijt zich voortreffelijk aan zijn educatieve opdracht. Er volgt nog een les natuurkunde. Een wetenschappelijke medewerkerster geeft een workshop, waarin ze klassieke fouten in SF aangrijpt om een lesje fysica te onderwijzen. Zo is er in de ruimte geen geluid. Als er geen lichtbron in de buurt is, mogen alleen de lichten van een ruimteschip zichtbaar zijn. In oudere stripverhalen en comics staan de astronauten steeds met de voeten op de “vloer” van hun ruimtetuig in plaats van in het luchtledige te zweven.
SF-winkel
Wie tijdens de tentoonstelling zin kreeg om SF te lezen, kon zich onmiddellijk in een winkeltje enkele SF-romans aanschaffen. Daarnaast bood de shop modelbouw en SF-speelgoed aan. Ik kocht er de gids van de tentoonstelling. Dit is niet zozeer de opsomming en beschrijving van wat er op de tentoonstelling te zien is, maar een heel naslagwerk met per thema een essay. Wel jammer dat het werk geen index bevat.
Het ‘Cité des Sciences et de l’Industrie’ heeft weer eens puik werk geleverd. De Fransen nemen SF au sérieux en doen het genre niet af als enkel jeugdliteratuur of pure pulp.
SCIENCE ET FICTION: AVENTURES CROISéES
Cité des Sciences et de l’Industrie
Parc de la Villette, Parijs
Tot 3 juli 2011
SCIENCES & SCIENCE FICTION
Meerdere auteurs
2010 / 234 pagina’s
Editions La Martinière
Meer info:
www.cite-sciences.fr/
www.universcience.com
Frank Beckers
De Bibliothèque Nationale heeft uit haar rijke collectie geput. Er liggen dus heel oude boeken, beginnend met protosfwerken ‘Le Monde Dans La Lune’ van John Wilkins (voor het eerst verschenen in 1638), ‘L’Homme Dans La Lune’ van Francis Godwin (ook voor het eerst uitgegeven in 1638). Bij het ‘Rendez-vous op de Maan’ komen Jules Vernes boeken vanzelfsprekend prominent in beeld. Waar mogelijk toont het museum de Franstalige inbreng: ‘De Apenplaneet’ is op een boek van Pierre Boulle gebaseerd. Er hangen tekeningen van Moebius, H.R. Giger, Hergé, Schuiten en Peeters en vele andere striptekenaars en illustrators. Toch is het helemaal geen Franse tentoonstelling geworden.
Twee leeshoeken vormen een rustpunt. De collectie ‘Folio SF’ van uitgeverij Gallimard bestaat tien jaar en ligt in een boekenkast uitgestald. In deze leeshoeken kan je boeken, manga’s en strips lezen.’ Foundation’ van Isaac Asimov, ‘La Perle Verte’ van Jack Vance en ‘Le Faiseur d’Univers’ van P.J. Farmer, ‘Les Fontaines du Paradis’ van Arthur C. Clarke en ‘La Cybériade’ van Stanislav Lem. jawel alle in Franse vertaling.
Er zijn tientallen covers van Amerikaanse pulpmagazines. Ik leerde dat de jezuïet Athanasius Kircher al in 1656 de eerste reis naar Mars verzon.
Met ‘Napoléon Et La Conquête Du Monde’ verscheen in 1836 de eerste alternatieve geschiedenis. “Wat als Napoleon de Slag van Waterloo had gewonnen”? P.K. Dick deed dit over met ‘The Man In The High Castle’, waarin Duitsland de tweede oorlog gewonnen heeft. De Franse filosoof Charles Renouvier noemt alternatieve geschiedenissen “uchronie”. Lees dit als “utopieën in de tijd” of “een tijd die niet bestaat”. (Hoeveel (niet) Fransen zullen een overwinning van Napoleon als het begin van een utopie beschouwen?)
SF-cinema
De tentoonstelling is gul met filmbeelden. Eén van de eerste fragmenten is de beginsequentie van ‘2001: A Space Odyssey’. Een aap zwiert een been de lucht in. Het been gaat over in een ruimtetuig. Even dacht ik “Dit wordt ‘2001’ verteld in 2 minuten. Ik ga hier alle klassiekers samengevat krijgen.” Maar de landing op Jupiter en het Sterrenkind ontbreken.
Men showt uitgebreid de kleedkamers van de grote reeksen: de kostuums van Captain Kirk, Spock en hun collega’s, van ‘Dune’, van ‘Battlestar Galactica’, ‘The Chronicles Of Riddick’ en vele andere films. In het onderdeel Robots zien we Robby de Robot, R2-D2 en C-3PO, de Terminator, RoboCop, … Bij de ruimtevaartuigen staat een Viper uit ‘Battlestar Galactica’ naast een model van een Marslander.
Het uitbeelden van geloofwaardige buitenaardse wezens vergt veel fantasie. We zien ‘Alien’, ‘ET’, de oeralien van ‘Roswell’ of ‘The X-Files’ en vele andere. Humanoïde en niet-humanoïde, lieftallig, kwaadaardig of buitenaards vreemd, hier staan ze broederlijk naast elkaar.
Enkele vitrines tonen voorwerpen uit ‘Back To The Future’: het kostuum en de gitaar van Marty McFly, de grafsteen van professor Doc Emmett Brown en kranten uit de toekomst.
SF in populaire cultuur
Zelf heb ik sciencefiction ontdekt in boeken (jawel van Jules Verne en H.G. Wells) , tv-reeksen (zoals ‘Orion’ en ‘UFO’) en films (‘Nederland 3’ zond regelmatig klassiekers uit: ‘The Day The Earth Stood Still’, ‘De Apenplaneet’,…) De jongere generatie leest weliswaar minder, maar SF&F duikt vandaag overal op: in speelgoed, in gezelschapsspellen, in games, in kaartspellen,… Waar mogelijk brengt de tentoonstelling populaire cultuur in beeld. Er ligt het bordspel naar ‘Dune’. Modelbouwers knutselen al een halve eeuw maquettes van ruimteschepen ineen. Robotten duiken al twee generaties op in kinderspeelgoed.
De tentoonstelling wordt interactief dankzij enkele computerspellen. In een game om het ruimteveer veilig te doen landen, heb ik voor ettelijke miljarden dollar shuttles doen crashen. Of je kon je eigen talent als robotpsycholoog testen. Eerst werd een overzicht gegeven van de drie wetten van de robotica van Isaac Asimov. Vervolgens werd een situatie geschetst waarover een meerkeuzevraag werd gesteld. Een telepathische robot liegt tegen zijn menselijke gesprekspartner. Hoe kan dat? Antwoord a: de robot functioneert niet goed. Antwoord b: de robot vertelt dat wat hij denkt dat de mens graag wil horen. Antwoord c: de drie wetten leren de robot wat goed en kwaad is, maar niet wat waar en onwaar is. Het eerste antwoord, een foute werking wordt zonder meer uitgesloten! Zonder commentaar. Het derde antwoord is ook niet correct, want wat waar en onwaar is zou “in het elektronische brein” van de robot vast liggen. Rest het tweede antwoord: de wetten eisen dat een robot de mens niet mag kwetsen. Daarom zal een telepathische robot vertellen wat de mens wil horen, ook al is dit niet de waarheid.
Kan dit?
Voor het buitengaan, kan de bezoeker aan een kleine quiz meedoen. De vragen schetsen situaties en dan moet je antwoorden of dit fictie of realiteit is. Alle antwoorden komen in de tentoonstelling aan bod. Samengevat luiden de negen vragen:
- Is een ruimtelift mogelijk?
- Bestaan er robotten om chirurgen te helpen?
- Is er een raket op weg naar Proximus Centauri?
- Kan je jezelf klonen In 2012?
- Kan een humanoïde robot thee zetten?
- Bestaan er machines om door de tijd te reizen?
- Kan een ruimtewandeling negen uur lang duren?
- Bestaan er helmen zodat je met je hersengolven een tekst kunt schrijven of een console kunt besturen?
- Kunnen fysieke voorwerpen getransporteerd worden?
Het museum kwijt zich voortreffelijk aan zijn educatieve opdracht. Er volgt nog een les natuurkunde. Een wetenschappelijke medewerkerster geeft een workshop, waarin ze klassieke fouten in SF aangrijpt om een lesje fysica te onderwijzen. Zo is er in de ruimte geen geluid. Als er geen lichtbron in de buurt is, mogen alleen de lichten van een ruimteschip zichtbaar zijn. In oudere stripverhalen en comics staan de astronauten steeds met de voeten op de “vloer” van hun ruimtetuig in plaats van in het luchtledige te zweven.
SF-winkel
Wie tijdens de tentoonstelling zin kreeg om SF te lezen, kon zich onmiddellijk in een winkeltje enkele SF-romans aanschaffen. Daarnaast bood de shop modelbouw en SF-speelgoed aan. Ik kocht er de gids van de tentoonstelling. Dit is niet zozeer de opsomming en beschrijving van wat er op de tentoonstelling te zien is, maar een heel naslagwerk met per thema een essay. Wel jammer dat het werk geen index bevat.
Het ‘Cité des Sciences et de l’Industrie’ heeft weer eens puik werk geleverd. De Fransen nemen SF au sérieux en doen het genre niet af als enkel jeugdliteratuur of pure pulp.
SCIENCE ET FICTION: AVENTURES CROISéES
Cité des Sciences et de l’Industrie
Parc de la Villette, Parijs
Tot 3 juli 2011
SCIENCES & SCIENCE FICTION
Meerdere auteurs
2010 / 234 pagina’s
Editions La Martinière
Meer info:
www.cite-sciences.fr/
www.universcience.com
Frank Beckers