Dan Simmons: Drood
Charles Dickens en Wilkie Collins op jacht naar de mysterieuze Drood
Dit boek werd zogezegd geschreven in 1889 door Wilkie W. Collins, zelf auteur van een groot aantal romans van vaak macabere natuur en toneelstukken, met de eis dat het pas na 150 jaar openbaar gemaakt mag worden. Het verhaalt immers de laatste levensjaren van zijn goede vriend Charles Dickens. Collins heeft een schizofrene relatie met Dickens: hij noemt deze de Onnavolgbare, de grootste Engelstalige schrijver ooit, maar telkens steekt jaloersheid het hoofd op en wijst Collins op de kwaliteiten van zijn eigen werk. Hij gaat door vuur en vlam voor zijn ‘goede vriend’ Dickens maar benadrukt maar al te graag de kleinzielige kantjes van Dickens als mens. De aanloop voor een reeks macabere gebeurtenissen is een treinongeval. Op 9 juni 1865 spoorde de toen 53 jaar oude Dickens naar Londen, in gezelschap van zijn minnares. De trein ontspoorde en Dickens was actief behulpzaam met het verzorgen van de vele gewonden en het bergen van de doden, toen hij een mysterieuze man ontmoette zonder wenkbrauwen of neus. De man hielp Dickens en noemde zichzelf Drood, waarna hij even mysterieus verdween als hij opgedoken was. Dickens deed een onderzoek en ontdekte dat op de trein enkele doodkisten waren, bestemd voor Drood. Dickens raakte geobsedeerd door Drood die hij ervan verdacht de Dood zelf te zijn, en betrok Collins en Hatchery, een politieman op non-actief, bij een grootschalig speurwerk naar de identiteit van Drood. Dat voert hen naar de onderbuik van de stad, een ondergronds Londen onder het echte, waar ze bizarre verhalen horen over Drood. Hij zou al dertig jaar actief zijn nadat hij uit de dood zelf was teruggekomen, zou honderden moorden gepleegd hebben en de leiding hebben over een Egyptische kult met magische krachten. Die kult werft volgelingen die ze tot slaven maken door een levende scarabee in hun lichaam te plaatsen. Dickens heeft enkele ontmoetingen met Drood, zijn obsessie wordt erger, naarmate zijn gezondheid achteruitgaat: hij krijgt ongezonde belangstelling voor graftombes, lijken en zelfs moord. Collins zelf krijgt Drood nooit te zien en begint stilaan te twijfelen aan Dickens’ verhalen. Maar ook de lezer begint te twijfelen aan de authenticiteit van wat Collins vertelt, vooral na enkele hallucinante gruwelscènes. Collins is immers verslaafd aan laudanum en tijdens de tochten door het ondergrondse Londen raakt hij in de greep van opium. Bovendien is hij al sinds zijn jeugd opgejaagd door een spookvrouw op zijn trap en ziet soms zichzelf als een materiële tweede ik naast zich zitten waarmee hij kan discussiëren. De plot wordt steeds ingewikkelder. Dit is verre van een gemakkelijk te lezen boek: veel te veel pagina’s beschrijven plots en ideeën van toneelstukken en boeken waarover beide auteurs praten, er is wat spanning en horror maar voor een thriller verlopen de 765 blz. erg traag. Collins mijmert over de toekomst, of boeken dan nog zullen gelezen worden en hoe de wereld er dan zal uitzien, maar na de vierde keer hebben we deze gimmick wel al gezien. Simmons heeft een enorme massa biografisch materiaal verwerkt en levert een fascinerende tekening zowel van de literaire wereld en de rivaliteiten in het 19e eeuwse Londen, als een rauwe belevenis van de moorddadige onderwereld met zijn kelensnijders en druggebruikers, en de levensomstandigheden van de lagere klasse inclusief gewoon op een hoop gegooide babylijkjes. Een intrigerende pseudo-historische literaire roman over de heel dunne grens tussen genialiteit en waanzin en de veranderde geestestoestand van Dickens tijdens zijn laatste jaren. Uiteraard was Dickens’ laatste roman ‘The Mystery of Edwin Drood’, die hij nooit afgewerkt kreeg. Simmons kreeg voor vroeger werk al o.a. de World Fantasy Award voor ‘Het lied van Kali’, de Bram Stoker Award voor ‘Aasgieren’ en de Hugo Award voor ‘Hyperion’.
Eddy C. Bertin ***
Originele Titel: Drood
Uitgeverij: De Vliegende Hollander
2009
Paperback
765 Blz.
ISBN: 9789049500214
Dit boek werd zogezegd geschreven in 1889 door Wilkie W. Collins, zelf auteur van een groot aantal romans van vaak macabere natuur en toneelstukken, met de eis dat het pas na 150 jaar openbaar gemaakt mag worden. Het verhaalt immers de laatste levensjaren van zijn goede vriend Charles Dickens. Collins heeft een schizofrene relatie met Dickens: hij noemt deze de Onnavolgbare, de grootste Engelstalige schrijver ooit, maar telkens steekt jaloersheid het hoofd op en wijst Collins op de kwaliteiten van zijn eigen werk. Hij gaat door vuur en vlam voor zijn ‘goede vriend’ Dickens maar benadrukt maar al te graag de kleinzielige kantjes van Dickens als mens. De aanloop voor een reeks macabere gebeurtenissen is een treinongeval. Op 9 juni 1865 spoorde de toen 53 jaar oude Dickens naar Londen, in gezelschap van zijn minnares. De trein ontspoorde en Dickens was actief behulpzaam met het verzorgen van de vele gewonden en het bergen van de doden, toen hij een mysterieuze man ontmoette zonder wenkbrauwen of neus. De man hielp Dickens en noemde zichzelf Drood, waarna hij even mysterieus verdween als hij opgedoken was. Dickens deed een onderzoek en ontdekte dat op de trein enkele doodkisten waren, bestemd voor Drood. Dickens raakte geobsedeerd door Drood die hij ervan verdacht de Dood zelf te zijn, en betrok Collins en Hatchery, een politieman op non-actief, bij een grootschalig speurwerk naar de identiteit van Drood. Dat voert hen naar de onderbuik van de stad, een ondergronds Londen onder het echte, waar ze bizarre verhalen horen over Drood. Hij zou al dertig jaar actief zijn nadat hij uit de dood zelf was teruggekomen, zou honderden moorden gepleegd hebben en de leiding hebben over een Egyptische kult met magische krachten. Die kult werft volgelingen die ze tot slaven maken door een levende scarabee in hun lichaam te plaatsen. Dickens heeft enkele ontmoetingen met Drood, zijn obsessie wordt erger, naarmate zijn gezondheid achteruitgaat: hij krijgt ongezonde belangstelling voor graftombes, lijken en zelfs moord. Collins zelf krijgt Drood nooit te zien en begint stilaan te twijfelen aan Dickens’ verhalen. Maar ook de lezer begint te twijfelen aan de authenticiteit van wat Collins vertelt, vooral na enkele hallucinante gruwelscènes. Collins is immers verslaafd aan laudanum en tijdens de tochten door het ondergrondse Londen raakt hij in de greep van opium. Bovendien is hij al sinds zijn jeugd opgejaagd door een spookvrouw op zijn trap en ziet soms zichzelf als een materiële tweede ik naast zich zitten waarmee hij kan discussiëren. De plot wordt steeds ingewikkelder. Dit is verre van een gemakkelijk te lezen boek: veel te veel pagina’s beschrijven plots en ideeën van toneelstukken en boeken waarover beide auteurs praten, er is wat spanning en horror maar voor een thriller verlopen de 765 blz. erg traag. Collins mijmert over de toekomst, of boeken dan nog zullen gelezen worden en hoe de wereld er dan zal uitzien, maar na de vierde keer hebben we deze gimmick wel al gezien. Simmons heeft een enorme massa biografisch materiaal verwerkt en levert een fascinerende tekening zowel van de literaire wereld en de rivaliteiten in het 19e eeuwse Londen, als een rauwe belevenis van de moorddadige onderwereld met zijn kelensnijders en druggebruikers, en de levensomstandigheden van de lagere klasse inclusief gewoon op een hoop gegooide babylijkjes. Een intrigerende pseudo-historische literaire roman over de heel dunne grens tussen genialiteit en waanzin en de veranderde geestestoestand van Dickens tijdens zijn laatste jaren. Uiteraard was Dickens’ laatste roman ‘The Mystery of Edwin Drood’, die hij nooit afgewerkt kreeg. Simmons kreeg voor vroeger werk al o.a. de World Fantasy Award voor ‘Het lied van Kali’, de Bram Stoker Award voor ‘Aasgieren’ en de Hugo Award voor ‘Hyperion’.
Eddy C. Bertin ***
Originele Titel: Drood
Uitgeverij: De Vliegende Hollander
2009
Paperback
765 Blz.
ISBN: 9789049500214