Lance Henriksen interview
Een acteur die je uit duizenden herkent door zijn donkerbruine stem, intense blik en doorgroefde gezicht is Lance Henriksen. Hij speelde in de meest uiteenlopende films: van de sf-thriller The Terminator tot de horrorfilm Near Dark en van het waar gebeurde astronautenepos The Right Stuff tot de western The Quick and the Dead. Maar het meest bekend is hij waarschijnlijk nog wel van de tv-serie Millennium, waarin hij de paranormaal begaafde ex-FBI-agent Frank Black uitbeeldde, en van de films Aliens, Alien 3 en Alien vs. Predator, waarin hij te zien was als resp. de cyborgs Bishop en Bishop II en miljardair Charles Bishop Weyland.
Hoeveel schurkenrollen hij ook gespeeld heeft, in het werkelijke leven is Henriksen een buitengewoon aimabele man die in zijn vrije tijd graag mag pottenbakken en schilderen.
Op het afgelopen april gehouden 28e Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF), waar hij eregast was, spraken we hem.
Bijna Teminator geworden
Oorspronkelijk zou Henriksen de titelrol spelen in The Terminator, maar later veranderde het concept van de film en ging de rol naar Arnold Schwarzenegger, terwijl hijzelf een kleine rol als politieman kreeg. Was hij teleurgesteld daarover? Resoluut: “O nee, totaal niet! Destijds wist ik niet eens dat ze mij voor die rol in gedachten hadden. [Regisseur] Jim Cameron en ik waren vrienden. Ik had in zijn eerste film [Piranha Part Two: The Spawning] gespeeld en we raakten daarna maar niet uitgepraat over het concept van The Terminator dat hij in zijn hoofd had. Ik had er echter geen flauw benul van dat hij mij die rol wilde laten spelen! In de hoop, geld binnen te halen voor het maken van de film, had hij een stunt bedacht. Hij zond mij, uitgedost als Terminator, naar iemand van de productiemaatschappij Hemdale. Hij zei dat hij dan een kwartiertje later zou binnenkomen. In vol ornaat wandelde ik het kantoor binnen van die man, die zich te pletter schrok. Ik bleef daar zitten tot Jim arriveerde en ging toen weg. En blijkbaar heeft de Hemdale-official daarna gezegd: ‘Luister, we verstrekken je het geld voor de film, maar die man die hier net was gaat niet de Terminator spelen!’ Hij haatte mij, omdat ik hem de stuipen op het lijf gejaagd had. Jarenlang heb ik tegenover de pers met klem ontkend dat ik aanvankelijk de Terminator zou spelen. Ik zei steeds dat ik alleen maar even als Terminator opgetreden had bij wijze van vriendendienst. Maar toen [producer/co-scenariste] Gale Anne Hurd [van 1985 tot 1989 Camerons vrouw] en ik onlangs bijeenkwamen om mee te werken aan extra’s voor de Blu-ray van The Terminator, weerlegde zij mijn verhaal. ‘Nee’, zei ze, ‘jij was altijd degene die we voor ogen hadden als Terminator!’ Waarop ik zei: ‘O, shit! Jarenlang heb ik dat hardnekkig tegengesproken en nu blijkt het dus toch waar te zijn geweest… Ik geef me over.’ Dat was grappig om te horen.”
Samenwerking met James Cameron
Zijn samenwerking met James Cameron, met wie hij tevens Aliens maakte, beschouwt hij als een van de hoogtepunten uit zijn carrière. “Ik vond het indrukwekkend om hem bezig te zien op de set van Aliens. Het was werkelijk knap wat hij voor elkaar kreeg. Het was een slechts 12 miljoen dollar kostende productie, maar moet je eens kijken wat voor epische proporties die film heeft! Elke dollar die erin gestoken is zie je terug op het scherm!”
Waarom hij daarna nooit meer in een film van Cameron gespeeld heeft, is een vraag waarop hij in eerste instantie met enige ironie reageert. “Ben ik soms een impresario? Waarom speelde ik in geen van zijn latere films? Waarom heb ik geen afspraakje met Angelina Jolie gemaakt voordat Brad Pitt dat deed? Ha ha!” Later komt hij er plots op terug: “Het was niet mijn bedoeling om je vraag te ontwijken, hoor. Ik zie het niet als iets negatiefs dat ik ontbreek in de films die James Cameron na Aliens gemaakt heeft. Maar ik wil ook niet in elke James Cameron-film zitten. Ik denk niet dat ik de marinier in Avatar had willen spelen, dingen uitroepend als ‘You’re not in Kansas anymore!’ Dat trekt me niet zo. Hij leverde puik werk af, begrijp me niet verkeerd. Maar het is gewoon zo, dat ik voor bepaalde rollen heel geschikt ben en voor andere rollen minder.“
Hoeveel schurkenrollen hij ook gespeeld heeft, in het werkelijke leven is Henriksen een buitengewoon aimabele man die in zijn vrije tijd graag mag pottenbakken en schilderen.
Op het afgelopen april gehouden 28e Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF), waar hij eregast was, spraken we hem.
Bijna Teminator geworden
Oorspronkelijk zou Henriksen de titelrol spelen in The Terminator, maar later veranderde het concept van de film en ging de rol naar Arnold Schwarzenegger, terwijl hijzelf een kleine rol als politieman kreeg. Was hij teleurgesteld daarover? Resoluut: “O nee, totaal niet! Destijds wist ik niet eens dat ze mij voor die rol in gedachten hadden. [Regisseur] Jim Cameron en ik waren vrienden. Ik had in zijn eerste film [Piranha Part Two: The Spawning] gespeeld en we raakten daarna maar niet uitgepraat over het concept van The Terminator dat hij in zijn hoofd had. Ik had er echter geen flauw benul van dat hij mij die rol wilde laten spelen! In de hoop, geld binnen te halen voor het maken van de film, had hij een stunt bedacht. Hij zond mij, uitgedost als Terminator, naar iemand van de productiemaatschappij Hemdale. Hij zei dat hij dan een kwartiertje later zou binnenkomen. In vol ornaat wandelde ik het kantoor binnen van die man, die zich te pletter schrok. Ik bleef daar zitten tot Jim arriveerde en ging toen weg. En blijkbaar heeft de Hemdale-official daarna gezegd: ‘Luister, we verstrekken je het geld voor de film, maar die man die hier net was gaat niet de Terminator spelen!’ Hij haatte mij, omdat ik hem de stuipen op het lijf gejaagd had. Jarenlang heb ik tegenover de pers met klem ontkend dat ik aanvankelijk de Terminator zou spelen. Ik zei steeds dat ik alleen maar even als Terminator opgetreden had bij wijze van vriendendienst. Maar toen [producer/co-scenariste] Gale Anne Hurd [van 1985 tot 1989 Camerons vrouw] en ik onlangs bijeenkwamen om mee te werken aan extra’s voor de Blu-ray van The Terminator, weerlegde zij mijn verhaal. ‘Nee’, zei ze, ‘jij was altijd degene die we voor ogen hadden als Terminator!’ Waarop ik zei: ‘O, shit! Jarenlang heb ik dat hardnekkig tegengesproken en nu blijkt het dus toch waar te zijn geweest… Ik geef me over.’ Dat was grappig om te horen.”
Samenwerking met James Cameron
Zijn samenwerking met James Cameron, met wie hij tevens Aliens maakte, beschouwt hij als een van de hoogtepunten uit zijn carrière. “Ik vond het indrukwekkend om hem bezig te zien op de set van Aliens. Het was werkelijk knap wat hij voor elkaar kreeg. Het was een slechts 12 miljoen dollar kostende productie, maar moet je eens kijken wat voor epische proporties die film heeft! Elke dollar die erin gestoken is zie je terug op het scherm!”
Waarom hij daarna nooit meer in een film van Cameron gespeeld heeft, is een vraag waarop hij in eerste instantie met enige ironie reageert. “Ben ik soms een impresario? Waarom speelde ik in geen van zijn latere films? Waarom heb ik geen afspraakje met Angelina Jolie gemaakt voordat Brad Pitt dat deed? Ha ha!” Later komt hij er plots op terug: “Het was niet mijn bedoeling om je vraag te ontwijken, hoor. Ik zie het niet als iets negatiefs dat ik ontbreek in de films die James Cameron na Aliens gemaakt heeft. Maar ik wil ook niet in elke James Cameron-film zitten. Ik denk niet dat ik de marinier in Avatar had willen spelen, dingen uitroepend als ‘You’re not in Kansas anymore!’ Dat trekt me niet zo. Hij leverde puik werk af, begrijp me niet verkeerd. Maar het is gewoon zo, dat ik voor bepaalde rollen heel geschikt ben en voor andere rollen minder.“
In de cultklassieker Near Dark
In Near Dark (1987) van Kathryn Bigelow (van 1989 tot 1991 de eega van James Cameron) portretteerde Henriksen de aanvoerder van een groepje door het zuidwesten van de VS reizende, zich als zwervers voordoende vampiers. “Op een dag belde [acteur] Billy Paxton me op en zei: ‘Lance, ik heb me nu toch een geweldig script gelezen!’ ‘O, dat is mooi’, zei ik. ‘Wat is het voor iets?’ En toen antwoordde hij: ‘Het is een vampierwestern.’ Waarop ik zei: ‘Doei, Billy, bel me terug zodra je weer nuchter bent.’ Zo’n drie dagen later ontving ik het script van Near Dark, maar wist niet dat dít het was waar hij over gesproken had. Ik las het en dacht: ‘O, wat een waanzinnig goed script, zeg!’ Zonder het van elkaar te weten, waren Bill Paxton, Jenette Goldstein en ik gecast voor Near Dark. Doordat we alle drie in Aliens hadden gespeeld, hadden ze ons ook voor deze film benaderd. Pas tijdens de repetities kwam ik daar achter. Toen ik Bill Paxton daar tegenkwam, zei ik tegen hem: ‘Hé, wat doe hij hier, Billy?’ Hi hi.”
Millennium: zware klus
Drie jaar lang speelde hij in Millennium, waarvan de opnamen in Canada plaatsvonden. Toen de serie ophield, kwam dat voor hem als een opluchting. “Toen ik op een dag samen met mijn vrouw en hond van Canada naar huis reed, hadden we op dat moment iets van 60 afleveringen gemaakt. Onderweg werd ik gebeld met de mededeling dat er punt was gezet achter Millennium. Toen we dat hoorden, waren we dolblij! Want het was zó ontzettend vermoeiend geweest! Ik had me al die tijd als een soort slaaf gevoeld, aangezien er keihard gewerkt moest worden. Ja, het was me behoorlijk zwaar gevallen. Ook mijn vrouw maakte ten tijde van Millennium een moeilijke tijd door. Ze zei vaak: ‘Frank, wil je Lance nu loslaten? Alsjeblieft, laat Lance met rust!’ Het was zwaar voor haar, want ik was me gaandeweg uiterst sinister gaan gedragen. Ik kon me maar niet van mijn rol loswrikken. Als ik met mijn vrouw in de auto zat, kon het gebeuren dat ik zei: ‘Kijk eens naar die kerel daar. Die heeft niks goeds in de zin.’ Dat soort onzin. Na het horen van het goede nieuws van het stoppenzetten van de serie, zei ik tegen mijn vrouw: ‘En nu gaan we op vakantie naar Hawaii!’ Daar hebben we aan het strand gelegen en heb ik twee tatoeages [van een haai en dolfijnen] laten zetten. Daarginds kwam ik weer tot mezelf.”
Droomrol
Is er een personage waar hij dolgraag nog ooit gestalte aan zou willen geven? “Ik de laatste tijd geregeld zitten denken aan de Noorse film The Green Butchers, die ik nooit heb gezien, maar waarvan het basisidee me enorm aanspreekt. Daarin draait het om een slager wiens zaken slecht gaan en overgaat tot het vermoorden en in mootjes hakken van mensen. Het vlees van zijn slachtoffers biedt hij aan voor consumptie, wat een gouden greep blijkt te zijn, want daarna gaat het hem weer voor de wind. Ik heb eens mijn gedachten over dat personage laten gaan en zou het verhaal van The Green Butchers graag willen combineren met dat van een virus dat wereldwijd om zich heen grijpt, maar uitsluitend niet-rokers doodt. Dus de rokers zijn de enigen die overleven. [Henriksen is zelf een roker. – TvR.] Je moet het zien als een inktzwarte komedie met een politieke ondertoon. Als je het hebt over een rol die ik dolgraag ooit zou willen vertolken, dan zou dat een rol in deze film zijn. Want spelen in een komedie staat al heel lang hoog op mijn verlanglijstje.”
Ton Van Rooij
In Near Dark (1987) van Kathryn Bigelow (van 1989 tot 1991 de eega van James Cameron) portretteerde Henriksen de aanvoerder van een groepje door het zuidwesten van de VS reizende, zich als zwervers voordoende vampiers. “Op een dag belde [acteur] Billy Paxton me op en zei: ‘Lance, ik heb me nu toch een geweldig script gelezen!’ ‘O, dat is mooi’, zei ik. ‘Wat is het voor iets?’ En toen antwoordde hij: ‘Het is een vampierwestern.’ Waarop ik zei: ‘Doei, Billy, bel me terug zodra je weer nuchter bent.’ Zo’n drie dagen later ontving ik het script van Near Dark, maar wist niet dat dít het was waar hij over gesproken had. Ik las het en dacht: ‘O, wat een waanzinnig goed script, zeg!’ Zonder het van elkaar te weten, waren Bill Paxton, Jenette Goldstein en ik gecast voor Near Dark. Doordat we alle drie in Aliens hadden gespeeld, hadden ze ons ook voor deze film benaderd. Pas tijdens de repetities kwam ik daar achter. Toen ik Bill Paxton daar tegenkwam, zei ik tegen hem: ‘Hé, wat doe hij hier, Billy?’ Hi hi.”
Millennium: zware klus
Drie jaar lang speelde hij in Millennium, waarvan de opnamen in Canada plaatsvonden. Toen de serie ophield, kwam dat voor hem als een opluchting. “Toen ik op een dag samen met mijn vrouw en hond van Canada naar huis reed, hadden we op dat moment iets van 60 afleveringen gemaakt. Onderweg werd ik gebeld met de mededeling dat er punt was gezet achter Millennium. Toen we dat hoorden, waren we dolblij! Want het was zó ontzettend vermoeiend geweest! Ik had me al die tijd als een soort slaaf gevoeld, aangezien er keihard gewerkt moest worden. Ja, het was me behoorlijk zwaar gevallen. Ook mijn vrouw maakte ten tijde van Millennium een moeilijke tijd door. Ze zei vaak: ‘Frank, wil je Lance nu loslaten? Alsjeblieft, laat Lance met rust!’ Het was zwaar voor haar, want ik was me gaandeweg uiterst sinister gaan gedragen. Ik kon me maar niet van mijn rol loswrikken. Als ik met mijn vrouw in de auto zat, kon het gebeuren dat ik zei: ‘Kijk eens naar die kerel daar. Die heeft niks goeds in de zin.’ Dat soort onzin. Na het horen van het goede nieuws van het stoppenzetten van de serie, zei ik tegen mijn vrouw: ‘En nu gaan we op vakantie naar Hawaii!’ Daar hebben we aan het strand gelegen en heb ik twee tatoeages [van een haai en dolfijnen] laten zetten. Daarginds kwam ik weer tot mezelf.”
Droomrol
Is er een personage waar hij dolgraag nog ooit gestalte aan zou willen geven? “Ik de laatste tijd geregeld zitten denken aan de Noorse film The Green Butchers, die ik nooit heb gezien, maar waarvan het basisidee me enorm aanspreekt. Daarin draait het om een slager wiens zaken slecht gaan en overgaat tot het vermoorden en in mootjes hakken van mensen. Het vlees van zijn slachtoffers biedt hij aan voor consumptie, wat een gouden greep blijkt te zijn, want daarna gaat het hem weer voor de wind. Ik heb eens mijn gedachten over dat personage laten gaan en zou het verhaal van The Green Butchers graag willen combineren met dat van een virus dat wereldwijd om zich heen grijpt, maar uitsluitend niet-rokers doodt. Dus de rokers zijn de enigen die overleven. [Henriksen is zelf een roker. – TvR.] Je moet het zien als een inktzwarte komedie met een politieke ondertoon. Als je het hebt over een rol die ik dolgraag ooit zou willen vertolken, dan zou dat een rol in deze film zijn. Want spelen in een komedie staat al heel lang hoog op mijn verlanglijstje.”
Ton Van Rooij