X-MEN ORIGINS: WOLVERINE
Een prequel die opteert voor rechttoe rechtaan actie
Nadat Brett Ratner de ‘X-Men’ franchise vakkundig om zeep geholpen had, zaten de producers met de handen in het haar. Ook verhaaltechnisch zat men op een dood spoor. Gezien de nog altijd grote populariteit van de serie moesten ze zoeken naar andere manieren om de serie verder te gelde te maken. En zoals dat zo vaak gaat, opteerden ze bij 20th Century Fox ervoor om een prequel te maken, een film die de origin story toont van een van de protagonisten. De keuze van het centrale personage viel al snel op Wolverine, ook hier vertolkt door Hugh Jackman. We gaan dus terug in de tijd, lang voor de evenementen uit de eerste ‘X-Men’. We maken kennis met een jonge Logan, die samen zijn broer Victor op de vlucht moet, wanneer blijkt dat ze mutanten zijn. In de titelsequentie zien we de broers zij aan zij vechten in alle oorlogen waarin de VS verzeild raakten: gaande van de burgeroorlog tot de jungle van Vietnam. De onsterfelijke broers groeien hierbij stilaan uit elkaar. Victor geniet van het vechten en de macht, terwijl Logan zich wil terugtrekken in een rustig leventje op de prairie. De breuk voltrekt zich na een aantal missies van een geheim militair commando waarin ze belanden en dat er bedenkelijke handelswijzen op na houdt. Maar Logans verleden laat hem niet los. Zowel Victor als het leger maken jacht op hem. Meer kunnen we niet vertellen, want het verhaaltje is eigenlijk op een halve A4 samen te vatten. Het is duidelijk dat ‘Wolverine’ qua opzet verschilt met de ‘X-Men’-trilogie. Minder mythologie, veel minder karakterontwikkeling en veel meer rechttoe rechtaan actie. Het is een zeldzaamheid geworden: een grote Hollywoodfilm die geen hybride genrefilm is om meerdere target groups aan te spreken, maar zich richt op het – welja – MLF!-publiek. ‘Wolverine’ past in de traditie van de typische actiefilms uit de jaren ’80 met een Stallone of een Schwarzenegger. Een fysiek imponerende held die zich een weg knokt en schiet naar gerechtigheid, zonder veel poespas en verhaal. De uitkomst is dan ook een dure B-film met veel macho-esthetiek en een hoog testosterongehalte. En omdat deze film als enige ongegeneerd en zonder pretentie voluit deze kaart trekt, is het over-the-top resultaat eigenlijk nog wel best genietbaar, op voorwaarde dat men in de hersenen een knopje omdraait. Het verhaal en de dialogen zijn eigenlijk verwaarloosbaar, het gaat erom wie de stoerste is en een zwaar afgetrainde Hugh Jackman steekt iedereen de loef af – met of zonder hulp van anabole steroïden. Voorts krijgen we clichématige beelden van een breedgeschouderde Wolverine die in slo-mo wegwandelt van een ontploffing, bullet time-effecten a la ‘The Matrix’ en kloeke antagonisten die elkaar door muren en deuren duwen. Regisseur Gavin Hood (Tsotsi, Rendition) heeft de boel kordaat en kundig ingeblikt, maar kon niet verhinderen dat het scenario in de finale helemaal belachelijk wordt. Goed voor één keer, zullen we maar zeggen. Gert Van den Berghe ** TECHNISCHE FICHE Regie: Gavin Hood Scenario: David Benioff, Skip Woods Producer: Hugh Jackman, Lauren Shuler Donner, Richard Donner, Stan Lee Muziek: Harry Gregson-Williams Cinematografie: Donald McAlpine Editor: Nicolas De Toth, Megan Gill ARTISTIEKE FICHE Hugh Jackman Liev Schreiber Danny Huston Will.i.am e.v.a. |