Het ware duivelse kwaad schuilt in de mens zelf
In ‘De Duivelsbijbel’ lazen we voor het eerst over de Codex Gigas, geschreven door een monnik in de 13e eeuw in opdracht van de duivel zelf. Dit gigantische manuscript heeft twee mannen nodig om het op te tillen. In 1572 probeerde men het boek te stelen uit het klooster waar het al eeuwen bewaard werd. In ‘De Wachters van de Duivelsbijbel’ zijn we al in 1612, en iedereen wil het boek te pakken krijgen.
In ‘De Duivelsbijbel’ lazen we voor het eerst over de Codex Gigas, geschreven door een monnik in de 13e eeuw in opdracht van de duivel zelf. Dit gigantische manuscript heeft twee mannen nodig om het op te tillen. In 1572 probeerde men het boek te stelen uit het klooster waar het al eeuwen bewaard werd. In ‘De Wachters van de Duivelsbijbel’ zijn we al in 1612, en iedereen wil het boek te pakken krijgen.
Maar niet alleen zijn er drie pagina’s verdwenen uit het origineel, ook een kopie circuleert. Het wordt het begin van de dertigjarige oorlog die Europa in chaos kantelt. Die chaos bereikt zijn hoogtepunt in dit derde deel dat begint in 1648, het einde van de dertigjarige oorlog en finaal de val van Praag. Verschillende partijen zijn op zoek naar het vervloekte boek: Zweden, protestanten, katholieken, en vooral de fanatieke jezuïet pater Silvicola die het boek tot elke prijs wil vernietigen en daarbij niets of niemand ontziet in zijn blind fanatisme. Centraal in dit alles komt het meisje Lydie Khesl te staan die op miraculeuze wijze genezen werd van een dodelijke ziekte. Ettelijke echte historische figuren vormen een rondedans met Dübells fictieve personages. Het is een rijk en ook gruwelijk epos. Zoals Dübell zelf zegt in het nawoord: de gruwelen die gebeurden tijdens deze oorlogsperiode gaan elke verbeelding te boven. Lezers zijn verwittigd: de wreedheden en onmenselijkheden die je hier te lezen krijgt, van gruwelijke willekeurige moorden tot de heksenverbrandingen van honderden kinderen, stijgen ver uit boven wat je zelfs van Clive Barker kan verwachten, met dit verschil dat ze écht gebeurd zijn. Het bijgeloof, het fanatisme en de religieuze haat uit die tijd lijken onvoorstelbaar behalve dat we er ook in ons heden mee te maken krijgen. In zijn nawoord maakt de auteur duidelijk hoe elk van de drie delen zijn eigen boodschap heeft: liefde, geloof en hoop, en hij slaagt er zelfs in van de val en plundering van Praag iets te maken dat een sprankel hoop vertoont. Het ware duivelse kwaad openbaart zich in de verziekte geest van de mens zijn, zijn intolerantie, zijn haat voor wie een andere religie heeft, zijn fanatisme. Zoals de vorige is dit ook een emotioneel heel intens boek met een overdosis van personages wiens relaas telkens afwisselt. Een gedreven en enorm nagevorste historische roman die precies door de grafische gruwelen een pleidooi is voor menselijkheid, liefde en hoop. Geen lichte avondlectuur, en hoewel je dit boek ook op zichzelf kan lezen zou ik toch eerst de twee vorige delen van de trilogie aanraden. Geen makkelijk werkje, samen tellen ze wel 1837 blz. kleine tekst, maar het is zeker de inspanning waard, de literaire voldoening komt vanzelf. En, de hamvraag, wat met de Duivelsbijbel zelf? Tja, daarvoor moet je het natuurlijk wel lezen!
Eddy C. Bertin (4)
Eddy C. Bertin (4)
RSS Feed